Na mijn werk in de auto op weg naar huis. Een route die ik bijna dagelijks reed en met mijn ogen dicht kon afleggen. En juist op deze route ben ik op een mooie dag in juli verdwaald.
Het leek vrij onschuldig. Ik kon ineens niet meer goed zien. Zag alles dubbel waardoor ik volledig mijn oriëntatie kwijt was. Gelukkig kon ik de auto nog net op tijd stoppen. En daar zat ik dan. Geen idee wat er met mij gebeurde. Ik zat alleen in de auto en probeerde te omvatten wat er aan de hand was. Langzaam kwam mijn zicht weer terug en ben naar de dichtstbijzijnde parkeerplek gereden. Alles leek weer vrij ‘normaal’ en daarom ben ik uiteindelijk het laatste stukje maar gewoon naar huis gereden.
Eenmaal thuis gekomen probeerde ik deze gebeurtenis te relativeren. Ik had wel een vrij drukke tijd achter de rug dus misschien lag het daaraan. En onder het mom van ach alles doet het nu toch weer probeerde ik de draad van alledag weer op te pakken. En toch was er dat unheimliche gevoel. Mijn lijf voelde anders…. Wat ik me nog heel goed kan herinneren is die enorme zware deken van vermoeidheid die ik over mijn hele lijf voelde. Wat de doorslag gaf weet ik niet meer maar aan het einde van de avond heb ik voor de zekerheid toch maar even gebeld met de doktersdienst. En daar gingen alle alarmbellen rinkelen en zat ik de volgende ochtend al vroeg in de wachtkamer bij de TIA poli.
Ik kwam terecht in een onbekende wereld waar ik de taal niet sprak en de weg niet kende. Een wereld vol medische termen waar ik nog nooit van had gehoord. Een lichaam dat vreemd aanvoelde. Niets ging meer vanzelfsprekend…. Wat heb ik in deze periode veel tijd doorgebracht speurend op het internet. Google was the place to go. Daar kon ik schaamteloos al mijn vragen stellen zonder vreemde of afkeurende blikken. Ik deed er alles aan om maar te begrijpen wat er aan de hand was. Het was een doolhof van emoties en onbegrip. Lange tijd bleef ik maar in rondjes lopen. Zoekend naar de uitgang. Steeds maar weer vastlopen op doodlopende wegen. Hoe sneller ik ging lopen des te vaker kwam ik weer op dezelfde plekken uit. Kon ik maar iemand vinden die mij de uitgang kon wijzen.
Maar de uitgang kon ik niet vinden door alsmaar sneller te gaan lopen. Pas toen ik het lef had om midden in het doolhof stil te gaan staan heb ik mijn weg weer gevonden. Stil staan om te voelen, luisteren en te ervaren. Vanaf dat moment werden de patronen zichtbaar. Liep ik niet meer steeds in rondjes omdat ik ging herkennen waar ik al eerder was geweest.
Daar waar ik vroeger een vrij egale route kon afleggen moet ik nu regelmatig over hobbelige en kronkelige paadjes lopen om weer thuis te komen. Zeker niet altijd fijn als je graag snel ergens naar toe wilt. En als ik daar dan gefrustreerd van raak mis ik ook nog de juiste afslag waardoor ik nóg langer onderweg ben.
Nee mijn weg naar huis kan ik niet meer met mijn ogen dicht afleggen. Maar of mijn route nu mooi egaal of juist hobbelig is, weet je waarover ik me nu zo verbaas? Wat is de route vele malen mooier als je met open ogen om je heen kijkt.
Ellis